Unit 2: Het robotonderzoek van de Universiteit van Amsterdam is voorbij!

In oktober hebben kinderen van groep 5/6 meegedaan aan een onderzoek van de Universiteit van Amsterdam. Tijdens dit onderzoek maakten zij kennis met een robot, waarmee zij een gesprekje voerden en een spelletje speelden. Het experiment is goed verlopen: bijna de hele klas heeft meegedaan, en de kinderen waren na afloop erg enthousiast! Tijdens een korte presentatie die de onderzoekers na afloop in de klas gaven, bleek daarnaast dat de kinderen die meededen een hoop hebben geleerd over wat robots nou precies zijn, en hoe robots eigenlijk werken.

De centrale vraag van het experiment was: “Beïnvloed de informatie die kinderen tijdens het praten met een robot krijgen hun beeldvorming van die robot?” Eén van de onderzoekers vertelde daarom, tijdens het praten met de robot, steeds iets aan het kind. Aan sommige kinderen vertelde zij over robots (bijvoorbeeld: hoe werken die precies, en wat kunnen ze allemaal wel en niet?), en aan andere kinderen over onderwerpen die niks met robots te maken hebben (bijvoorbeeld: sporten, spelletjes en muziek). De vraag is nu of kinderen die informatie over róbots kregen andere antwoorden op de vragenlijst gaven dan kinderen die die informatie níet kregen. Vonden zij Nao minder op een mens lijken? En vertrouwden zij Nao meer of minder dan andere kinderen? Wanneer hier meer over bekend is, komen de onderzoekers nog eens terug bij ons op school om hierover te vertellen. Wij zijn benieuwd! In ieder geval bedanken we hierbij nogmaals alle (ouders van) kinderen die hebben meegedaan aan het onderzoek. Dankzij jullie was het experiment een succes!